Gepubliceerd op 13 februari 2024

Een uitweg uit het stikstofprobleem

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft een onderzoek laten uitvoeren om een beeld te krijgen van de samenhang van de energietransitie in de industrie en de effecten daarvan op stikstofemissiereducties. Samen met bureau De essentie leverde Witteveen+Bos eind 2022, in de eerste fase van dit onderzoek, een uitvoerig rapport op. Daarin is gekeken naar de positieve effecten van de energietransitie en de reductie van stikstofuitstoot die hieruit volgt binnen de grote industrieën in Nederland. Het vervolgrapport, met enkele aanscherpingen, uit de tweede fase is op 9 februari 2024 naar de Tweede Kamer gestuurd.

Het onderzoek geeft op hoofdlijnen kwantitatief inzicht in de potentie van stikstofreducties in de industrie. Het geeft ook inzicht in de tijdelijke negatieve effecten die voortkomen uit de realisatie van de projecten die noodzakelijk zijn voor de energietransitie in de industrie. De bouw van deze energieprojecten leidt namelijk tot aanzienlijke, maar tijdelijke toenames van stikstofemissies.

Vanuit Witteveen+Bos werkten onder andere milieuadviseurs Benno Jimmink en Erik Logemann aan dit onderzoek. Erik: ‘De energietransitie zorgt niet alleen voor reductie van CO2-emissies, maar ook voor reductie van stikstofemissies. Door de overschakeling van fossiele brandstoffen naar zon- en windenergie worden namelijk stikstofemissies in de industrie vermeden. Zo kan de verduurzaming van de industrie bijdragen aan het reduceren van stikstofdepositie in Nederland.’

‘Het stikstofprobleem is misschien wel net als met opruimen: het moet eerst even erger worden, voordat het beter wordt. En precies dat ligt lastig. De Raad van State zette in mei 2019 een streep door de PAS-regeling, waardoor stikstofdepositie niet meer verrekend mocht worden met onzekere reductiemaatregelen in de toekomst. Later ging de bouwvrijstelling van tafel, wat betekende dat ook tijdelijke stikstofemissies in aanlegfases van bouwwerken relevant kunnen zijn voor de vergunningverlening. Deze uitspraken leidden ertoe dat bouwprojecten voor een groot deel op slot zitten. En dat op een moment dat er veel moet gebeuren als het gaat om de energietransitie. De grote vraag is natuurlijk: hoe komen we uit die impasse?’

Gedurende een intensieve samenwerking, die vanuit een verkennend onderzoek steeds verder de diepte inging - onder meer geholpen door data van het RIVM, TenneT, Gasunie en het ministerie van EZK - tekende de conclusie zich steeds helderder af. Benno: ‘Met alle transitiemaatregelen die op stapel staan en de fossiele energie die daarbij bespaard wordt, is een enorme stikstofwinst te behalen. De emissies die noodzakelijk zijn voor de transitie, vallen in het niet bij de aanstaande reductie. Dat is natuurlijk een heel mooi perspectief, het toont duidelijk wat de weg voorwaarts is. Maar er zit een hobbel op die weg: door het vervallen van de bouwvrijstelling kunnen ook veel transitieprojecten nog niet uitgevoerd worden, want ze krijgen geen vergunning. Er is geen voortgang, terwijl de energietransitie dus enorm bijdraagt aan het oplossen van het stikstofprobleem. Dat is eigenlijk een juridische puzzel, waar de ministeries EZK en LNV mee worstelen. Dit wordt ongetwijfeld nog vervolgd.’